Want op vakantie gaan of uit logeren, betekent weg uit je vertrouwde omgeving. En veel kinderen vinden dat toch best wel heel moeilijk. Meestal gaat het vanzelf over als ze wat ouder worden. Toch hebben we een aantal ‘heimweetips’ voor je op een rijtje gezet:
Tip 1: Bereid je kind voor
Leg rustig uit wat er precies gaat gebeuren en wanneer je er weer bent om je kind op te halen. Zo voorkom je dat je kind zenuwachtig of onzeker wordt. Heeft je kind veel vragen? Neem dan de tijd om deze beantwoorden. Je kind wil bijvoorbeeld graag weten waarom hij of zij gaat logeren en niet gewoon thuis kan blijven.
Tip 2: Een vertrouwde omgeving
Kinderen vinden het fijn als ze bij iemand logeren die ze goed kennen, bijvoorbeeld bij opa en oma. Bij mensen bij wie ze al vaker alleen zijn geweest, zullen ze zich sneller op hun gemak voelen.
Tip 3: Knuffel
Een knuffeldier werkt kalmerend en biedt troost wanneer je kind toch heimwee krijgt. Vergeet deze dan ook zeker niet in te pakken bij alle andere vertrouwde logeerspullen zoals bijvoorbeeld de lievelingspyjama of een eigen kussen.
Tip 4: Bellen
Soms vinden kinderen het fijn als je nog even met ze belt voordat ze gaan slapen. Maar er zullen ook kinderen zijn die dit juist niet fijn vinden. Bespreek met je kind wat het wil. En belt je kind je onverwacht zelf op? Blijf rustig!
Tip 5: Voor het slapengaan
Bij jonge kinderen is een bedritueel belangrijk. Ook als ze gaan logeren is het een verstandig idee om zo veel mogelijk de volgorde aan te houden die ze thuis gewend zijn.
Tip 6: Toch heimwee?
Als je kind toch heimwee krijgt, werkt samen praten over thuis meestal kalmerend. Misschien vindt je kind het prettig om ook een foto of een ander aandenken van thuis bij zich te hebben.